Helaas is het momenteel niet mogelijk om via je smartphone of tablet de Mijn-SKJ-app te openen en in te loggen op jouw omgeving. Op termijn (wanneer het nieuwe Mijn SKJ is aangepast) kun je weer inloggen vanaf een smartphone of tablet. Inloggen via je desktop (PC) of laptop is wel gewoon mogelijk.
Wanneer een geregistreerde professional ingezet moet worden en wanneer niet, is te vinden in het Kwaliteitskader Jeugd.
Een visiegesprek is het eerste gesprek dat je voert met (meestal) twee leden van de commissie van consultatie. In dit gesprek vraagt de commissie van consultatie naar wat er is gebeurd. De commissie zal vooral luisteren en vragen stellen die voor haar nodig zijn om een goed beeld te krijgen van de visie van beide partijen op wat er is gebeurd. De commissie van consultatie voert een visiegesprek met de klager en de jeugdprofessional afzonderlijk.
Als de commissie van consultatie, na afloop van de visiegesprekken, vindt dat van de klacht geleerd kan worden, dan gaat zij daarover in gesprek met de jeugdprofessional. Dit wordt het inzichtgesprek genoemd.
Nee, tegen een beslissing van het voorportaalcollege staat geen beroep open. Dat betekent dat de beslissing bindend is en dat er geen mogelijkheden zijn om de beslissing door een andere (hogere) instantie te laten toetsen.
Er mag een gemachtigde aanwezig zijn tijdens een gesprek met de commissie van consultatie. Die gemachtigde mag ook een vertrouwenspersoon zijn.
Als je ervoor kiest een gemachtigde mee te nemen naar het gesprek, dan dien je een digitale machtiging in te vullen en deze te versturen naar vpc@skjeugd.nl. Op onze website vind je twee verschillende machtigingsformulieren (voor de klager en voor de jeugdprofessional).
Als uit het ingevulde klachtformulier blijkt dat er mogelijk sprake is van een ernstige schending van de professionele standaard, dan zal het voorportaalcollege klager vragen het uitgebreide klachtformulier in te vullen op de website. Het kan dan bijvoorbeeld gaan om een klacht over dat de jeugdprofessional een relatie is aangegaan met een cliënt of dat er al eerder klachten zijn geweest en de jeugdprofessional zijn of haar handelwijze niet heeft aangepast.
Je bent niet verplicht om mee te doen aan het consultatietraject. Ben je klager en wil je niet meedoen aan het gesprek, dan zal de commissie van consultatie vragen naar de reden. Vervolgens kan de commissie beslissen om toch het gesprek over de klacht aan te gaan met de jeugdprofessional. Ziet zij daartoe geen reden dan zal de commissie van consultatie dit terugkoppelen in een advies over verdere behandeling van de klacht aan het voorportaalcollege. Het voorportaalcollege beslist dan of de klacht op een andere manier moet worden behandeld.
Als de jeugdprofessional niet mee wil doen aan het consultatietraject zal de commissie van consultatie dit terugkoppelen in een advies over verdere behandeling van de klacht aan het voorportaalcollege. Het voorportaalcollege beslist dan of de klacht op een andere manier moet worden behandeld.
Het inzichtgesprek wordt gevoerd met de jeugdprofessional als de commissie van consultatie vindt dat er iets te leren valt van de klacht.
Deelname aan mediation is vrijwillig. Wel is het zo dat als één van de partijen niet (verder) wilt deelnemen aan de mediation, de mediator dit terugkoppelt aan het voorportaalcollege. Het voorportaalcollege beslist dan of de klacht op een andere manier moet worden behandeld (bijvoorbeeld door de commissie van consultatie).
Met het praktijkprogramma toetst de werkgever of er aanvullende scholing of coaching noodzakelijk is om verantwoorde jeugdhulp te kunnen bieden (specifieke deskundigheid). Je kunt het zien als een kader waarbinnen je een maatwerktraject kunt samenstellen voor het inwerken van nieuwe medewerkers. Afhankelijk van ervaring en vooropleiding kan het praktijkprogramma per medewerker anders zijn.
Hbo-opgeleide jeugd- en gezinsprofessionals
In het document Voorwaarden praktijkprogramma hbo-opgeleide jeugd- en gezinsprofessionals staan de verplichte onderdelen benoemd, die aan bod moeten komen. Per onderdeel kan de werkgever aangeven hoe dit vanuit jouw organisatie ingevuld kan worden. Dit document uploadt de werkgever in het accreditatieformulier. Heb je als werkgever al een geaccrediteerd praktijkprogramma voor wo-opgeleide professionals, dan kun je die ook gebruiken voor deze hbo-opgeleide professionals. Er zit een klein verschil in, dus lees in ieder geval wel de voorwaarden.
Professionals met een wo-master psychologie of orthopedagogiek
In het document Voorwaarden praktijkprogramma wo-ers op een hbo-functie staan de verplichte onderdelen benoemd, die aan bod moeten komen. Per onderdeel kan de werkgever aangeven hoe dit vanuit jouw organisatie ingevuld kan worden. Dit document uploadt de werkgever in het accreditatieformulier. Heb je als werkgever al een geaccrediteerd praktijkprogramma voor hbo-opgeleide professionals, dan kun je die ook gebruiken voor deze wo-opgeleide professionals. Er zit een klein verschil in, dus lees in ieder geval wel de voorwaarden.
Waar kan je een praktijkprogramma volgen?
Een geaccrediteerd praktijkprogramma volg je bij je werkgever of eventueel bij je opdrachtgever. Professionals die bijvoorbeeld zzp’er of zelfstandige zijn, kunnen een praktijkprogramma volgen bij een hogeschool of een commerciële aanbieder. Als je meer informatie wil over waar je precies een praktijkprogramma kunt volgen, neem dan contact met ons op.
Na afronding
Wanneer je een geaccrediteerd praktijkprogramma succesvol hebt doorlopen, dien je een leerverslag te schrijven. Bij de Links & Downloads (onder Praktijkprogramma (inwerkprogramma)) vind je het format dat je hiervoor kunt gebruiken. Dit dien je (volledig ingevuld en ondertekend) in, samen met de behaalde certificaten in je herregistratiedossier in Mijn SKJ. Indien de afrondingsdata van de certificaten binnen je herregistratieperiode vallen, kan je hiermee ook herregistratiepunten behalen.
Let op: je dient naast deze praktijkprogramma-eis ook te voldoen aan deze uren/punten. Hier heb je 5 jaar de tijd voor.
Een SKJ-registratie is in de meeste gevallen voor een leidinggevende/directeur etc. niet nodig. De norm van verantwoorde werktoedeling verlangt van jeugdhulpaanbieders dat zij het uitvoeren van de jeugdhulp en de jeugdbescherming door geregistreerde professionals moeten laten doen, tenzij zij aannemelijk kunnen maken dat het werk verantwoord door een niet-geregistreerde kan worden gedaan.
Een leidinggevende of directeur heeft vooral een procesverantwoordelijkheid en biedt meestal niet zelf hulp aan jeugdigen. Daarom is het in de meeste gevallen niet nodig dat deze is geregistreerd.
Voorwaarden praktijkprogramma hbo-opgeleide jeugd- en gezinsprofessionals
Leerverslag praktijkprogramma hbo-opgeleide jeugd- en gezinsprofessionals
Voorwaarden praktijkprogramma wo-ers op een hbo-functie
Leerverslag praktijkprogramma wo-ers op een hbo-functie
Ingevuld voorbeeld praktijkprogramma
Verklaring praktijk programma
Bekijk hier een ingevuld ‘voorbeeld praktijkprogramma‘.
Verantwoorde werktoedeling: werkgevers, professionals en gemeenten krijgen ermee te maken bij het organiseren van de jeugdzorg. Maar het is geen eenvoudig onderwerp. Daarom leggen we de hoofdlijnen ervan hier uit.
De norm van de verantwoorde werktoedeling geldt sinds 2015 en bepaalt dat werkgevers bij het toedelen van werk rekening moeten houden met de specifieke kennis en vaardigheden van professionals.
Bepaalde werkzaamheden mogen alleen worden gedaan door geregistreerde professionals. Zij werken volgens hun professionele standaarden. Dat zijn de normen die zijn vastgelegd in onder andere de Beroepscode, vakinhoudelijke richtlijnen en veldnormen.
Hoewel de verantwoordelijkheid om te werken met professionele standaarden bij de jeugdprofessional ligt, heeft de werkgever hierin ook een verantwoordelijkheid. Die moet namelijk voor de randvoorwaarden zorgen waarbinnen de de professional optimaal kan functioneren en kan werken volgens de professionele standaarden.
Gedetailleerde informatie over het toepassen van de regels vind je in de brochure ‘Kwaliteitskader Jeugd: toepassen van de norm van de verantwoorde werktoedeling in de praktijk’.
Ook handig is het beslisschema ‘Werk op een verantwoorde manier toedelen‘.
Een instelling kan een klacht indienen tegen een geregistreerde jeugdprofessional via ons digitale klachtformulier . De instelling moet dan wel belanghebbende zijn in deze situatie. Het bestuur (of een in de statuten aangewezen persoon) kan de instelling vertegenwoordigen óf via een volmacht een andere vertegenwoordiger aanwijzen. Deze kan het klachtformulier invullen. Bij de vraag ‘Ik ben…’ vink je aan ‘Een organisatie’. In de velden die voor een instelling niet van toepassing zijn (bijvoorbeeld voorletters, achternaam en geboortedatum) mag bijvoorbeeld ‘xxx’ of een ander fictief antwoord worden ingevuld.
Ben je (voorwaardelijk) geschorst? Dan loopt je registratie gewoon door. Je verplichtingen blijven tijdens de schorsing onverkort in stand. Ook als je een berisping of een waarschuwing hebt gekregen, loopt je registratie door.
De volgende cliëntgerelateerde indicatoren geven aan dat er een geregistreerde professional ingezet moet worden:
- Risicovolle taken
- Crisis
- Onveilige omgeving
- Levensbedreigende situatie
- Meerdere problemen tegelijkertijd (bijvoorbeeld somatische, ontwikkelings-, psychische, sociale, gedrags- en/of opvoedingsproblematiek) en daarbij is het niet duidelijk welke hulp op gang gebracht moet worden
- Complexe problematiek waarvan achterliggende oorzaak onbekend is
- Sterk wisselend verloop
De geregistreerde professional heeft een cruciale rol bij:
- Beoordeling:
-analyseren complexe hulpvraag
-diagnose stellen of diagnostisch beeld vaststellen
-probleem analyse maken) - Besluitvorming over:
-in gang zetten van niet vrij toegankelijke jeugdhulp
-jeugdbescherming en jeugdreclassering
-af- en opschalen van ingezette hulp
-beëindigen van de formele hulpverlening - Vaststelling van:
-hulpverleningsplan
-behandelplan
-plan van aanpak voor jeugdbescherming en jeugdreclassering
-adviseren over behandeling
-hulpverlening
Meer informatie over wanneer een geregistreerde professional ingezet moet worden en wanneer niet, kun je vinden in het Kwaliteitskader Jeugd.
Via het werkgeversaccount kan je een accreditatieaanvraag voor een praktijkprogramma indienen.
Lees meer: Praktijkprogramma (inwerkprogramma)
We maken (een klein) onderscheid tussen het praktijkprogramma (inwerkprogramma) voor wo-opgeleide en hbo-opgeleide professionals.
Voor meer informatie: Praktijkprogramma (inwerkprogramma).
Als een klacht wordt ingediend bij SKJ, wordt deze voorgelegd aan het voorportaalcollege. Meer lezen over het voorportaalcollege.
Als de klacht in orde is, beslist het voorportaalcollege hoe de klacht wordt behandeld. Er zijn drie manieren van klachtbehandeling: door een mediator, door de commissie van consultatie en door het college van toezicht.
Als opleider of geregistreerde professional kun je het SKJ-logo gebruiken. Zie hier meer informatie over het logo.
Hoewel iedereen zelf het register kan raadplegen, moet een geregistreerd professional over zijn registratie transparant zijn. Dat betekent niet per se dat een professional bij de start van de professionele relatie spontaan aan de cliënt moet vertellen dat hij/zij is geregistreerd. Als het wordt gevraagd dient de professional naar waarheid te antwoorden. In ieder geval moet de professional geen belemmering opwerpen voor zijn cliënten om te kunnen achterhalen of het zo is; dit is namelijk in strijd met de professionele standaard.
Bij de registratieaanvraag gaat de professional ermee akkoord dat zijn/haar achternaam en registratienummer in het openbare deel van het register van het Kwaliteitsregister Jeugd wordt opgenomen (artikel 2 van het registratiereglement).
Een ingediende (tucht)klacht kan slechts betrekking hebben op het beroepsmatig handelen van een jeugdprofessional. De colleges geven een antwoord op de vraag of de jeugdprofessional bij het beroepsmatig handelen gebleven is binnen de grenzen van een behoorlijke beroepsuitoefening, niet of het (beroepsmatig) handelen beter had gekund. Zo toetsen de colleges het handelen van de professional – onder andere – aan de voor zijn beroepsgroep geldende beroepscode.