Ga naar de SKJ Beslissingenbibliotheek.
Een instelling kan een klacht indienen tegen een geregistreerde jeugdprofessional via ons digitale klachtenformulier. Je moet dan wel belanghebbende zijn in deze situatie. Het bestuur (of een in de statuten aangewezen persoon) kan de instelling vertegenwoordigen óf via een volmacht een andere vertegenwoordiger aanwijzen. Deze kan het klachtenformulier invullen na het aanmaken van een account. In de velden die voor een instelling niet van toepassing zijn (bijvoorbeeld voorletters, achternaam en geboortedatum) mag bijvoorbeeld ‘xxx’ of een ander fictief antwoord worden ingevuld.
Daarnaast is het belangrijk om een stuk te uploaden waaruit blijkt dat de vertegenwoordiger van de instelling bevoegd is om de klacht namens de instelling in te dienen. Hiervoor kun je bijvoorbeeld een kvk-uittreksel, een afschrift van de statuten of een volmacht gebruiken.
Bij een doorhaling wordt de registratie beëindigd. Dit gebeurt wanner het College van Toezicht of Beroep de tuchtrechtmaatregel ‘Doorhaling’ oplegt.
Als een tuchtklacht wordt ingediend, wordt er een eerste toetsing gedaan: het ‘voorportaal’. Meer lezen over het voorportaal.
In veel gevallen volgt dan een hoorzitting voor het College van Toezicht van SKJ. Als een klacht op zitting komt betekent dit nog niet dat de klacht ook gegrond is. Dat oordeel is aan het College van Toezicht en bij een eventueel beroep aan het College van Beroep.
Hoewel iedereen zelf het register kan raadplegen, moet een geregistreerd professional over zijn registratie transparant zijn. Dat betekent niet per se dat een professional bij de start van de professionele relatie spontaan aan de cliënt moet vertellen dat hij/zij is geregistreerd. Als het wordt gevraagd dient de professional naar waarheid te antwoorden. In ieder geval moet de professional geen belemmering opwerpen voor zijn cliënten om te kunnen achterhalen of het zo is; dit is namelijk in strijd met de professionele standaard.
Bij de registratieaanvraag gaat de professional ermee akkoord dat zijn/haar achternaam en registratienummer in het openbare deel van het register van het Kwaliteitsregister Jeugd wordt opgenomen (artikel 2 van het registratiereglement).
Het is mogelijk om iemand te machtigen die namens jou het woord doet tijdens een hoorzitting. Elke partij kan maximaal één persoon machtigen het woord te doen tijdens de hoorzitting.
Het is niet verplicht om je bij te laten staan door een advocaat tijdens de procedure. De ervaring leert echter dat partijen zich in de praktijk veelal wel (juridisch) laten bijstaan. Je kan je laten bijstaan door een advocaat, jurist van jouw (eventuele) rechtsbijstandsverzekeraar, onafhankelijk klachtondersteuner, vertrouwenspersoon of een andere gemachtigde.
Een waarschuwing wordt niet openbaar gemaakt. Dit is een gangbare keuze in het tuchtrecht in de (geestelijke) gezondheidszorg en de jeugdhulp. Dit heeft te maken met het verschil in karakter van enerzijds de waarschuwing en anderzijds de berisping. Wanneer een professional wordt berispt dan is dat omdat het tuchtcollege het handelen fout, vermijdbaar en verwijtbaar acht. Wanneer een professional een waarschuwing krijgt dan bestempelt het betreffende tuchtcollege het handelen weliswaar als onwenselijk en vermijdbaar maar niet verwijtbaar, of wellicht wel verwijtbaar, maar heeft de jeugdprofessional zich reflectief en leerbaar getoond.
Een ingediende (tucht)klacht kan slechts betrekking hebben op het beroepsmatig handelen van een jeugdprofessional. De colleges geven een antwoord op de vraag of de jeugdprofessional bij het beroepsmatig handelen gebleven is binnen de grenzen van een behoorlijke beroepsuitoefening, niet of het (beroepsmatig) handelen beter had gekund. Zo toetsen de colleges het handelen van de professional – onder andere – aan de voor zijn beroepsgroep geldende beroepscode.
Klachtrecht is niet hetzelfde als tuchtrecht. In het tuchtrecht wordt getoetst of het handelen waarover wordt geklaagd, strookt met de professionele standaard van de beroepsgroep waartoe de jeugdprofessional behoort. Het individuele handelen van de jeugdprofessional staat centraal. In het klachtrecht kan een klager over de (jeugd)professional klagen, maar ook over aangelegenheden met betrekking tot de zorgaanbieder zelf. De uitspraak van de klachtencommissie van de zorgaanbieder wordt niet opgenomen in het register van SKJ.
SKJ kan enkel tuchtklachten in behandeling nemen over een bij SKJ geregistreerde jeugdprofessional. Als je een klacht wilt indienen over een niet-geregistreerde professional, of indien je van mening bent dat deze jeugdprofessional ten onrechte niet is geregistreerd bij SKJ, kan je het beste contact opnemen met de instantie waar deze professional werkt of met de gemeente die de jeugdhulpverlening aanbiedt of heeft gecontracteerd.
Een hoorzitting is niet openbaar. Enkel het College van Toezicht/Beroep, de secretaris, partijen, gemachtigde(n) en (vooraf aangemelde) toehoorders mogen hierbij aanwezig zijn.
Zowel de klager als de beklaagde mag tijdens de zitting maximaal twee toehoorders meenemen. Het is daarbij verplicht om uiterlijk twee weken vóór de zitting de naam en de hoedanigheid (bijvoorbeeld functie of familieband) van de toehoorder aan de secretaris van het betreffende tuchtcollege mede te delen. De andere partij wordt ook vóór de hoorzitting op de hoogte gesteld van aanwezige toehoorders.
De voorzitter kan tijdens een hoorzitting besluiten om de zitting te schorsen, voor overleg met de andere leden. Als de voorzitter van mening is dat er goede redenen zijn waarmee kan worden voorkomen dat de klager en de beklaagde nog acht weken moeten wachten op de beslissing, dan kan het College zijn beslissing al ter zitting uitspreken.
Zo’n reden kan zijn dat de beklaagde tijdens de zitting uitspreekt dat hij het op alle punten eens is met het door de beklaagde geleverde verweer.
Met ‘publiceren’ wordt bedoeld ‘op de website plaatsen’. De beslissing wordt in geanonimiseerde vorm gepubliceerd. Nadat de beslissing naar de partijen is verzonden en de beroepstermijn is verstreken wordt de beslissing in de online bibliotheek geplaatst. Dit is bij een beslissing van het College van Toezicht 6 tot 8 weken na het ontvangst van de beslissing door partijen. Bij een beslissing van het College van Toezicht is dit 4 weken na ontvangst van de beslissing door partijen.
In het geval dat er tegen de beslissing van het College van Toezicht beroep wordt ingesteld, wordt dit op de website bij de bestreden beslissing vermeld. De beslissing van het College van Toezicht wordt dan tegelijkertijd met de beslissing van het College van Beroep gepubliceerd. In het geval het College van Beroep een beslissing heeft genomen, wordt bij de bestreden beslissing een tweede link geplaatst. Met deze link kan de lezer doorklikken naar de beslissing van het College van Beroep.
Ja, de mogelijkheid tot het indienen van een klacht vervalt door verjaring na drie jaren. Deze termijn begint op de dag volgend op die waarop het betreffende handelen waartegen de klacht zich richt, heeft plaatsgevonden, dan wel volgend op het moment waarop de belanghebbende van het betreffende handelen wist. Als de belanghebbende minderjarig is, begint de termijn van verjaring te lopen op de dag waarop hij zestien jaar is geworden.
Er zijn verschillende termijnen, afhankelijk van het type maatregel, hoelang deze zichtbaar blijft. Zie hiervoor het overzicht ‘Duur zichtbaarheid maatregel’.
Indien bijstand door een tolk noodzakelijk is moet je dit zelf regelen. SKJ kan geen tolk/vertaler voor jou inschakelen. De tolk of vertaler die je inschakelt dient beëdigd te zijn. De kosten voor het inschakelen van een tolk/vertaler komen voor jouw eigen rekening.
SKJ brengt geen kosten in rekening bij partijen voor een tuchtrechtelijke procedure. Als een partij zich wil laten bijstaan door een gemachtigde tijdens de procedure (bijvoorbeeld een advocaat of een jurist van de rechtsbijstand) komen deze kosten wel voor eigen rekening. Ook als er tijdens de procedure een tolk/beëdigd vertaler noodzakelijk is, komen deze kosten voor rekening van de partij die deze hulp inschakelt.
Er is een aantal situaties waarin werk kan worden toebedeeld aan niet-geregistreerde professionals. Bijvoorbeeld:
- als er sprake is van een voorspelbare situatie en een veilige omgeving, waarbij de risico’s zijn in te schatten
- als het werkzaamheden op mbo-niveau betreft
- in een opleidingssituatie (dan werk je onder verantwoordelijkheid van een geregistreerd professional)
- de tenzij-regeling: als het noodzakelijk is voor de kwaliteit van de hulp (bijvoorbeeld paramedici, die zijn geregistreerd in het BIG-register artikel 34, en vaktherapeuten)
Met behulp van het Kwaliteitskader Jeugd kan je (samen met je werkgever of met de gemeente) afwegen of het uitgevoerde werk om registratie vraagt.
Voor alle professionals – geregistreerd of niet – geldt dat zij vakbekwaam moeten zijn voor de werkzaamheden die zij uitvoeren.
In de Jeugdwet (artikel 1.1 sub 1) is de onderstaande definitie van jeugdhulp opgenomen:
- Ondersteuning van, en hulp en zorg (niet zijnde preventie) aan jeugdigen en hun ouders bij het verminderen, stabiliseren, behandelen en opheffen van of omgaan met de gevolgen van psychische problemen en stoornissen, psychosociale problemen, gedragsproblemen of een verstandelijke beperking van de jeugdige, of opvoedingsproblemen van ouders.
- Het bevorderen van de deelname aan het maatschappelijk verkeer en van het zelfstandig functioneren van jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking, een chronisch psychisch probleem of een psychosociaal probleem en die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt.
- Het ondersteunen bij of het overnemen van activiteiten op het gebied van de persoonlijke verzorging gericht op het opheffen van een tekort aan zelfredzaamheid bij jeugdigen met een verstandelijke, lichamelijke of zintuiglijke beperking of een somatische of psychische aandoening of beperking, die de leeftijd van 18 jaar nog niet hebben bereikt, met dien verstande dat de leeftijdgrens van 18 jaar niet geldt voor jeugdhulp in het kader van jeugdstrafrecht.
In het Besluit Jeugdwet (artikel 1.1) is het jeugddomein gedefinieerd als het terrein waarop de volgende partijen werkzaam zijn: aanbieders van jeugdhulp, uitvoerders van kinderbeschermingsmaatregelen en jeugdreclassering, advies- en meldpunten huiselijk geweld en kindermishandeling (Veilig Thuis), colleges voor zover het betreft de toeleiding naar, advisering over en de bepaling van de aangewezen voorziening, justitiële jeugdinrichtingen, Stichting Halt en de Raad voor de Kinderbescherming. De Jeugdwet is van toepassing op het jeugddomein.
Geregistreerde professionals zijn opgenomen in een beroepsregister. Een professional wordt alleen in een beroepsregister opgenomen als hij of zij voldoet aan eisen van vakbekwaamheid. Geregistreerde professionals werken continu aan hun professionele ontwikkeling door het regelmatig volgen van na- en bijscholing en door reflectie op het eigen handelen. Zij verbinden zich aan de normen en standaarden die de beroepsgroep zelf aan goede professionals stelt, zoals een beroepscode en vakinhoudelijke richtlijnen. Beroepsregistratie draagt hiermee bij aan de kwaliteit van de hulpverlening.