Een instelling kan een klacht indienen tegen een geregistreerde jeugdprofessional via ons digitale klachtformulier . De instelling moet dan wel belanghebbende zijn in deze situatie. Het bestuur (of een in de statuten aangewezen persoon) kan de instelling vertegenwoordigen óf via een volmacht een andere vertegenwoordiger aanwijzen. Deze kan het klachtformulier invullen. Bij de vraag ‘Ik ben…’ vink je aan ‘Een organisatie’. In de velden die voor een instelling niet van toepassing zijn (bijvoorbeeld voorletters, achternaam en geboortedatum) mag bijvoorbeeld ‘xxx’ of een ander fictief antwoord worden ingevuld.
Als uitgangspunt geldt dat een jeugdprofessional alleen verantwoordelijk is voor zijn eigen handelen. Een uitzondering hierop is als een jeugdprofessional iemand – bijvoorbeeld een collega, lid van het management – fouten ziet maken/risico’s nemen en hier niets over zegt/geen actie onderneemt. Dat is namelijk óók verantwoordelijkheid nemen voor je eigen aandeel.
1. Voorportaal
Na ontvangst van de klacht, wordt deze doorgaans besproken tijdens het voorportaal. Het voorportaal bestaat in ieder geval uit een voorzitter, twee beroepsgenoten (jeugdprofessionals), een mediator en een secretaris. Samen kijken zij of de klacht voldoet aan de vereisten van het tuchtreglement, versie 1.5 . Als de klacht aan de vereisten voldoet, wordt verweer opgevraagd bij de jeugdprofessional.
2. Verweerschrift
De jeugdprofessional krijgt zes weken de tijd om een verweerschrift in te dienen. In het verweerschrift kan de jeugdprofessional reageren op de klacht. De jeugdprofessional kan dan zijn of haar visie op het handelen geven en uitleggen waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. Het is van belang dat de jeugdprofessional zijn of haar verweer goed onderbouwt. Ook is het belangrijk dat de jeugdprofessional opschrijft/reflecteert waarom het handelen in overeenstemming met de professionele standaard is geweest.
Als het verweerschrift is ontvangen, wordt deze voor de klager inzichtelijk gemaakt in de Mijn SKJ omgeving.
3. Behandeling van de klacht
Per klacht wordt bekeken of een (digitale) mondelinge behandeling nodig is. Bij een mondelinge behandeling kunnen partijen hun standpunten toelichten, reageren op elkaar en beantwoorden zij vragen van het college van toezicht. Een mondelinge behandeling vindt altijd achter gesloten deuren plaats. Een gemachtigde mag altijd mee. Een toehoorder moet van tevoren worden aangemeld.
In sommige gevallen is een mondelinge behandeling niet nodig. Het college van toezicht behandelt de zaak dan schriftelijk, zonder aanwezigheid van partijen. Voorafgaand aan de schriftelijke behandeling worden partijen nog één keer in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op elkaar te reageren. Dit wordt een conclusie van repliek en dupliek genoemd.
4. Beslissing
De beslissing van het college wordt zes weken na de behandeling van de klacht aan partijen verzonden. Een geanonimiseerde versie van de beslissing wordt in de digitale beslissingenbibliotheek geplaatst.
Als een klacht gegrond wordt verklaard, dan kán een maatregel worden opgelegd. De volgende maatregelen kunnen worden opgelegd:
- Waarschuwing;
- berisping, zonder openbaarmaking van deze maatregel;
- berisping, met openbaarmaking van deze maatregel;
- voorwaardelijke schorsing van de registratie in het register voor ten hoogste één jaar. De schorsing wordt niet ten uitvoer gelegd als de jeugdprofessional binnen een door het college te bepalen termijn de opgelegde verplichting voldoende is nagekomen;
- schorsing van de registratie in het register voor ten hoogste één jaar;
- doorhaling van de registratie in het register;
- ontzegging van het recht wederom te worden ingeschreven in het register.
5. Beroep
Binnen zes weken na verzending van de beslissing van het college van toezicht kunnen partijen in beroep bij het college van beroep. In het beroepschrift staan de redenen voor het beroep duidelijk toegelicht. Degene die het beroepschrift indient geeft onderbouwd aan waarom hij of zij het niet eens is met de beslissing van het college van toezicht.
Een ingediende (tucht)klacht kan slechts betrekking hebben op het beroepsmatig handelen van een jeugdprofessional. De colleges geven een antwoord op de vraag of de jeugdprofessional bij het beroepsmatig handelen gebleven is binnen de grenzen van een behoorlijke beroepsuitoefening, niet of het (beroepsmatig) handelen beter had gekund. Zo toetsen de colleges het handelen van de professional – onder andere – aan de voor zijn beroepsgroep geldende beroepscode.
Wanneer de klacht ontvankelijk en niet kennelijk-ongegrond is.
De klacht is ontvankelijk als:
- het volledige klachtformulier is ingevuld;
- het handelen of nalaten dat de klager de jeugdprofessional verwijt voldoende duidelijk uit het klachtformulier blijkt;
- de klacht niet verjaard is;
- er nog geen beslissing is genomen over de klacht in een met voldoende waarborgen omklede procedure door een andere klachtinstantie;
- de klager rechtstreeks belang heeft bij de klacht;
- de klager niet eerder een klacht tegen de jeugdprofessional in een procedure als bedoeld in dit reglement of een eerder Tuchtreglement van SKJ heeft ingediend die betrekking heeft op dezelfde periode;
- het (beroepsmatig) handelen van de jeugdprofessional heeft plaatsgevonden in het jeugddomein.
De klacht is niet kennelijk-ongegrond als:
- de klacht van voldoende gewicht is;
- de klager geen misbruik maakt van het klachtrecht.
Ga naar de SKJ Beslissingenbibliotheek.
Bij een doorhaling wordt de registratie beëindigd. Dit gebeurt wanner het College van Toezicht of Beroep de tuchtrechtmaatregel ‘Doorhaling’ oplegt.
Een hoorzitting is niet openbaar. Enkel het College van Toezicht/Beroep, de secretaris, partijen, gemachtigde(n) en (vooraf aangemelde) toehoorders mogen hierbij aanwezig zijn.
Als een klacht wordt ingediend bij SKJ, wordt deze voorgelegd aan het voorportaalcollege. Meer lezen over het voorportaalcollege.
Als de klacht in orde is, beslist het voorportaalcollege hoe de klacht wordt behandeld. Er zijn drie manieren van klachtbehandeling: door een mediator, door de commissie van consultatie en door het college van toezicht.
Er zijn verschillende termijnen, afhankelijk van het type maatregel, hoelang deze zichtbaar blijft. Zie hiervoor het overzicht ‘Duur zichtbaarheid maatregel’.
Deelname aan mediation is vrijwillig. Wel is het zo dat als één van de partijen niet (verder) wilt deelnemen aan de mediation, de mediator dit terugkoppelt aan het voorportaalcollege. Het voorportaalcollege beslist dan of de klacht op een andere manier moet worden behandeld (bijvoorbeeld door de commissie van consultatie).
Een waarschuwing wordt niet openbaar gemaakt. Dit is een gangbare keuze in het tuchtrecht in de (geestelijke) gezondheidszorg en de jeugdhulp. Dit heeft te maken met het verschil in karakter van enerzijds de waarschuwing en anderzijds de berisping. Wanneer een professional wordt berispt dan is dat omdat het tuchtcollege het handelen fout, vermijdbaar en verwijtbaar acht. Wanneer een professional een waarschuwing krijgt dan bestempelt het betreffende tuchtcollege het handelen weliswaar als onwenselijk en vermijdbaar maar niet verwijtbaar, of wellicht wel verwijtbaar, maar heeft de jeugdprofessional zich reflectief en leerbaar getoond.
SKJ brengt geen kosten in rekening bij partijen voor een klachtprocedure. Als een partij zich wil laten bijstaan door een gemachtigde tijdens de procedure (bijvoorbeeld een advocaat of een jurist van de rechtsbijstandsverzekering) komen deze kosten voor eigen rekening. Ook als er tijdens de procedure een tolk/beëdigd vertaler noodzakelijk is, komen deze kosten voor rekening van de partij die deze hulp inschakelt.
Nee, de commissie van consultatie behandelt geen klachten die zijn ingediend tegen professionals die zijn geregistreerd in de kamer pedagogen en de kamer psychologen.
SKJ kan enkel klachten in behandeling nemen over een bij SKJ geregistreerde jeugdprofessional. Als je een klacht wilt indienen over een niet-geregistreerde professional, of indien je van mening bent dat deze jeugdprofessional ten onrechte niet is geregistreerd bij SKJ, kan je het beste contact opnemen met de instantie waar deze professional werkt of met de gemeente die de jeugdhulpverlening aanbiedt of heeft gecontracteerd.
Het SKJ-register vind je hier.
Nee, tegen een beslissing van het voorportaalcollege staat geen beroep open. Dat betekent dat de beslissing bindend is en dat er geen mogelijkheden zijn om de beslissing door een andere (hogere) instantie te laten toetsen.
Zowel de klager als de beklaagde mag tijdens de zitting maximaal twee toehoorders meenemen. Het is daarbij verplicht om uiterlijk twee weken vóór de zitting de naam en de hoedanigheid (bijvoorbeeld functie of familieband) van de toehoorder aan de secretaris van het betreffende tuchtcollege mede te delen. De andere partij wordt ook vóór de hoorzitting op de hoogte gesteld van aanwezige toehoorders.
De voorzitter kan tijdens een hoorzitting besluiten om de zitting te schorsen, voor overleg met de andere leden. Als de voorzitter van mening is dat er goede redenen zijn waarmee kan worden voorkomen dat de klager en de beklaagde nog acht weken moeten wachten op de beslissing, dan kan het College zijn beslissing al ter zitting uitspreken.
Zo’n reden kan zijn dat de beklaagde tijdens de zitting uitspreekt dat hij het op alle punten eens is met het door de beklaagde geleverde verweer.
Met ‘publiceren’ wordt bedoeld ‘op de website plaatsen’. De beslissing wordt in geanonimiseerde vorm gepubliceerd. Nadat de beslissing naar de partijen is verzonden en de beroepstermijn is verstreken wordt de beslissing in de online bibliotheek geplaatst. Dit is bij een beslissing van het College van Toezicht 6 tot 8 weken na het ontvangst van de beslissing door partijen. Bij een beslissing van het College van Toezicht is dit 4 weken na ontvangst van de beslissing door partijen.
In het geval dat er tegen de beslissing van het College van Toezicht beroep wordt ingesteld, wordt dit op de website bij de bestreden beslissing vermeld. De beslissing van het College van Toezicht wordt dan tegelijkertijd met de beslissing van het College van Beroep gepubliceerd. In het geval het College van Beroep een beslissing heeft genomen, wordt bij de bestreden beslissing een tweede link geplaatst. Met deze link kan de lezer doorklikken naar de beslissing van het College van Beroep.
Ja, de mogelijkheid tot het indienen van een klacht vervalt door verjaring na drie jaren. Deze termijn begint op de dag volgend op die waarop het betreffende handelen waartegen de klacht zich richt, heeft plaatsgevonden, dan wel volgend op het moment waarop de belanghebbende van het betreffende handelen wist. Als de belanghebbende minderjarig is, begint de termijn van verjaring te lopen op de dag waarop hij zestien jaar is geworden.
In het kader van de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) is een klachtenregeling verplicht voor alle aanbieders in de zorg, inclusief zzp-ers. Echter, op professionals die uitsluitend hulp verlenen die onder de reikwijdte van de Jeugdwet valt, is deze wet niet van toepassing. Zoals op de website van de Rijksoverheid te lezen is, geldt de wet niet voor ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet (JW).
Er kan tegen iedere bij SKJ geregistreerde jeugdprofessional, dus ook tegen een zzp-er, een klacht ingediend worden. Een klacht ingediend bij SKJ is echter wel anders dan een ‘gewone klacht’. Bij SKJ kan alleen een klacht worden ingediend die gaat over het handelen van de jeugdprofessional. Bij de behandeling van de klacht wordt gekeken of het handelen strookt met de professionele standaard. Je kunt dus geen klacht indienen bij SKJ die niet gaat over het vakinhoudelijk handelen van de zzp-er, bijvoorbeeld over het ontbreken van een parkeerplek of dat er een bel bij de deur ontbreekt. Een zorgaanbiedende zzp-er mag zelf beslissen of hij voor dit soort klachten gebruik wil maken van een geschillencommissie.
Lees meer:
- Val ik onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?
- De Wkkgz bij de Rijksoverheid
- Professioneel Toezicht
Ben je (voorwaardelijk) geschorst? Dan loopt je registratie gewoon door. Je verplichtingen blijven tijdens de schorsing onverkort in stand. Ook als je een berisping of een waarschuwing hebt gekregen, loopt je registratie door.
Het is niet verplicht om je bij te laten staan door een advocaat tijdens de procedure bij het college van toezicht. De ervaring leert echter dat partijen zich veelal wel (juridisch) laten bijstaan. Je kunt je laten bijstaan door een advocaat, een jurist van jouw rechtsbijstandsverzekeraar, een onafhankelijk klachtondersteuner, een vertrouwenspersoon of een andere gemachtigde.