In het kader van de Wkkgz (Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg) is een klachtenregeling verplicht voor alle aanbieders in de zorg, inclusief zzp-ers. Echter, op professionals die uitsluitend hulp verlenen die onder de reikwijdte van de Jeugdwet valt, is deze wet niet van toepassing. Zoals op de website van de Rijksoverheid te lezen is, geldt de wet niet voor ondersteuning uit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Jeugdwet (JW).
Er kan tegen iedere bij SKJ geregistreerde jeugdprofessional, dus ook tegen een zzp-er, een klacht ingediend worden. Een klacht ingediend bij SKJ is echter wel anders dan een ‘gewone klacht’. Bij SKJ kan alleen een klacht worden ingediend die gaat over het handelen van de jeugdprofessional. Bij de behandeling van de klacht wordt gekeken of het handelen strookt met de professionele standaard. Je kunt dus geen klacht indienen bij SKJ die niet gaat over het vakinhoudelijk handelen van de zzp-er, bijvoorbeeld over het ontbreken van een parkeerplek of dat er een bel bij de deur ontbreekt. Een zorgaanbiedende zzp-er mag zelf beslissen of hij voor dit soort klachten gebruik wil maken van een geschillencommissie.
Lees meer:
- Val ik onder de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg?
- De Wkkgz bij de Rijksoverheid
- Professioneel Toezicht
1. Voorportaal
Na ontvangst van de klacht, wordt deze doorgaans besproken tijdens het voorportaal. Het voorportaal bestaat in ieder geval uit een voorzitter, twee beroepsgenoten (jeugdprofessionals), een mediator en een secretaris. Samen kijken zij of de klacht voldoet aan de vereisten van het tuchtreglement, versie 1.5 . Als de klacht aan de vereisten voldoet, wordt verweer opgevraagd bij de jeugdprofessional.
2. Verweerschrift
De jeugdprofessional krijgt zes weken de tijd om een verweerschrift in te dienen. In het verweerschrift kan de jeugdprofessional reageren op de klacht. De jeugdprofessional kan dan zijn of haar visie op het handelen geven en uitleggen waarom bepaalde keuzes zijn gemaakt. Het is van belang dat de jeugdprofessional zijn of haar verweer goed onderbouwt. Ook is het belangrijk dat de jeugdprofessional opschrijft/reflecteert waarom het handelen in overeenstemming met de professionele standaard is geweest.
Als het verweerschrift is ontvangen, wordt deze voor de klager inzichtelijk gemaakt in de Mijn SKJ omgeving.
3. Behandeling van de klacht
Per klacht wordt bekeken of een (digitale) mondelinge behandeling nodig is. Bij een mondelinge behandeling kunnen partijen hun standpunten toelichten, reageren op elkaar en beantwoorden zij vragen van het college van toezicht. Een mondelinge behandeling vindt altijd achter gesloten deuren plaats. Een gemachtigde mag altijd mee. Een toehoorder moet van tevoren worden aangemeld.
In sommige gevallen is een mondelinge behandeling niet nodig. Het college van toezicht behandelt de zaak dan schriftelijk, zonder aanwezigheid van partijen. Voorafgaand aan de schriftelijke behandeling worden partijen nog één keer in de gelegenheid gesteld om schriftelijk op elkaar te reageren. Dit wordt een conclusie van repliek en dupliek genoemd.
4. Beslissing
De beslissing van het college wordt zes weken na de behandeling van de klacht aan partijen verzonden. Een geanonimiseerde versie van de beslissing wordt in de digitale beslissingenbibliotheek geplaatst.
Als een klacht gegrond wordt verklaard, dan kán een maatregel worden opgelegd. De volgende maatregelen kunnen worden opgelegd:
- Waarschuwing;
- berisping, zonder openbaarmaking van deze maatregel;
- berisping, met openbaarmaking van deze maatregel;
- voorwaardelijke schorsing van de registratie in het register voor ten hoogste één jaar. De schorsing wordt niet ten uitvoer gelegd als de jeugdprofessional binnen een door het college te bepalen termijn de opgelegde verplichting voldoende is nagekomen;
- schorsing van de registratie in het register voor ten hoogste één jaar;
- doorhaling van de registratie in het register;
- ontzegging van het recht wederom te worden ingeschreven in het register.
5. Beroep
Binnen zes weken na verzending van de beslissing van het college van toezicht kunnen partijen in beroep bij het college van beroep. In het beroepschrift staan de redenen voor het beroep duidelijk toegelicht. Degene die het beroepschrift indient geeft onderbouwd aan waarom hij of zij het niet eens is met de beslissing van het college van toezicht.
Er mag een gemachtigde aanwezig zijn tijdens een gesprek met de commissie van consultatie. Die gemachtigde mag ook een vertrouwenspersoon zijn.
Als je ervoor kiest een gemachtigde mee te nemen naar het gesprek, dan dien je een digitale machtiging in te vullen en deze te versturen naar vpc@skjeugd.nl. Op onze website vind je twee verschillende machtigingsformulieren (voor de klager en voor de jeugdprofessional).
Met ‘publiceren’ wordt bedoeld ‘op de website plaatsen’. De beslissing wordt in geanonimiseerde vorm gepubliceerd. Nadat de beslissing naar de partijen is verzonden en de beroepstermijn is verstreken wordt de beslissing in de online bibliotheek geplaatst. Dit is bij een beslissing van het College van Toezicht 6 tot 8 weken na het ontvangst van de beslissing door partijen. Bij een beslissing van het College van Toezicht is dit 4 weken na ontvangst van de beslissing door partijen.
In het geval dat er tegen de beslissing van het College van Toezicht beroep wordt ingesteld, wordt dit op de website bij de bestreden beslissing vermeld. De beslissing van het College van Toezicht wordt dan tegelijkertijd met de beslissing van het College van Beroep gepubliceerd. In het geval het College van Beroep een beslissing heeft genomen, wordt bij de bestreden beslissing een tweede link geplaatst. Met deze link kan de lezer doorklikken naar de beslissing van het College van Beroep.
In de commissie van consultatie zitten minstens drie leden, waaronder een ethicus en iemand met veel ervaring in het werkveld van de jeugdprofessional. Partijen krijgen een bericht waarin staat wie er in de commissie van consultatie zit.
De voorzitter kan tijdens een hoorzitting besluiten om de zitting te schorsen, voor overleg met de andere leden. Als de voorzitter van mening is dat er goede redenen zijn waarmee kan worden voorkomen dat de klager en de beklaagde nog acht weken moeten wachten op de beslissing, dan kan het College zijn beslissing al ter zitting uitspreken.
Zo’n reden kan zijn dat de beklaagde tijdens de zitting uitspreekt dat hij het op alle punten eens is met het door de beklaagde geleverde verweer.
Leden van het College van Toezicht kunnen 4 jaar na benoeming herbenoemd worden voor nogmaals 4 jaar. Hier kun je het aan- en aftreedschema van de leden van de tuchtcolleges inzien.