Wat zijn de drie dimensies?
Tijdens reflectie moeten de drie verschillende dimensies van professionaliteit in samenhang met elkaar aan bod komen (tenzij je gebruik maakt van het reflectieformat).
De dimensies zijn:
Technisch instrumenteel
Hoe kies ik in een situatie de specifieke kennis, methoden, technieken en richtlijnen? Op welke manier pas ik deze toe in concrete situaties? Op welke manier gebruik ik kennis, methodieken, richtlijnen en instrumenten om mijn handelen te onderbouwen? Ben ik hiaten tegengekomen in mijn kennis of de toepassing daarvan? Hoe ben ik vervolgens omgegaan met die hiaten?
Normatief
Ben ik mij over het algemeen bewust van de normatieve dimensie van mijn handelen? Heb ik voldoende oog voor de morele aspecten van een situatie? Als ik nadenk over de morele aspecten in een casus, in hoeverre spelen mijn eigen normen en waarden dan een rol? En op welke manier kom ik de normen en waarden van andere betrokkenen op het spoor? Hoe onderbouw ik mijn handelen in termen van normen en waarden? En op welke manier integreer ik de beroepsethische normen (beroepscode) in mijn handelen?
Persoonlijk
Wie ben ik als persoon in de professionele relatie? Doe ik mijn werk op een manier die bij mij past? Op welke manier spelen mijn eigen ervaringen en overtuigingen een rol bij mijn handelen? Hoe bewaak ik de grenzen tussen mijn professionele handelen en persoonlijke betrokkenheid, ervaringen, waarden? Hoe ga ik om met de spanningsvelden die hierbij optreden?
Wij adviseren om na het afronden van een reflectieserie met een van de reflectievormen de reflectie in te voeren met behulp vanĀ de handleiding.